Bevrijdingslied voor joden, christenen, moslims en ieder ander mensenkind
Allen:
Geroepen vrij te zijn,
te leven voor elkaar –
nooit meer die razernij,
zo’n wrede moordenaar!
Geen volk, geen vrouw, geen man,
wenst nóg zo’n bloedtiran –
nog één onzalig plan,
o God, en dan, en dan…
Jongens en mannen:
Geroepen vrij te zijn –
toch mort weer menigeen:
dit water is geen wijn,
mijn wittebrood een steen.
Vraagt wat ten hemel schreit
misschien tezelfdertijd
geduld voor wat bevrijdt
van grove gulzigheid?
Meisjes en vrouwen:
Geroepen vrij te zijn
is dit mijn hartenwens:
dat wij U dankbaar zijn,
elkaar tot medemens,
in naam van Hem die kwam
en vrede met zich nam:
een koning als een lam,
de zoon van Abraham!
Allen:
Geroepen blij te zijn,
voor niets en niemand bang,
geen vijand krijgt ons klein –
die zingt zijn zwanenzang.
De wintertijd voorbij,
straks blijft het altijd mei,
de staldeur los en wij
als kalveren, zo vrij!
Tekst: André F. Troost
Melodie: Gelukkig is het land,
gezang 416 Liedboek voor de Kerken